Bovenkant van de pagina
Ga direct naar de navigatie
Ga direct naar de content

Verhaal: Meyer Sluyser door Frits Slicht 8

De visvrouwen van de Houtkopersdwarsstraat

1930 - 1941
/

Over Brutale Koba en Bloemie, de beroemde visvrouwen van de Houtkopersdwarsstraat.

  • Houtkopersdwarsstraat. - 

    Houtkopersdwarsstraat gezien vanaf het Waterlooplein, richting Jodenbreestraat met links de Houtkopers-dwarsstraat 2-6 (v.r.n.l.). Verder, v.l.n.r. de Joden Houttuinen 27 en 29 (ged.) en de Jodenbreestraat 33 en 34-ca. 42 (achterzijde). Geheel op de achtergrond de spits van de Montelbaanstoren. Op straat diverse handelaren met hun karren en tafeltjes.
    De tekenaar is Jan Rijlaarsdam, de afbeelding dateert van 30 juli 1939.
    Bron: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

  • Brutale Coba achter haar Viskraam. - 

    Rachel Moffie, visverkoopster, stond bekend als Brutale Coba. Rachel was de oudste dochter van Vogeltje Keijl (1854-1918) en Emanuel Moffie (1850-1929). In 1892 trouwde ze met Mozes Groenteman (1871-1915). Met hem kreeg ze tien kinderen.
    Bron: JHM, foto is gemaakt door Wolfgang Suschitzky (1934-1935).

De vaste klanten

Vooral de visstallen van Bloemie en Brutale Koba in de Vissteeg zijn beroemd.
De kooplieden van de Vissteeg kennen hun vaste klanten, hun smaak en hun manieren. Aan de manier waarop een klant een vis keurt, weten zij welke prijs ze kunnen bedingen. Vaste prijzen bestaan namelijk niet. De voorkeur van de buurtbewoners strekt zich niet uit tot de vissen in het geheel, maar juist ook naar zeer speciale onderdelen van zo’n beest.

Onderhandelen

Zegt een vrouwtje met een zorgelijk gezicht: ‘Bloemie heb je vandaag mooie leng (=straalvinnige vis, behorende tot de schelvisachtigen)’. Roep Bloemie naar achteren: ‘Markie, hebben we nog leng?’
‘Nog één krimpleng’. Het beest wordt met een zwaai op de schaal gegooid. ‘Twintig pond vis. Hoeveel moet u ervan hebben?’ ‘Wat kost die leng.’ ‘Een kwartje een pond.’ ‘Ik geef je twee dubbeltjes en geen cent meer.’ ‘Twee dubbeltjes, goed. Omdat u het bent. Hoeveel moet u hebben?’ ‘Ik moet enkel maar de wammen hebben. Snij maar een pond af, het middelste stuk hoor!’ De wammen zijn de lekkerste delen van de vis. Als de vette buik is weggesneden, is het overblijvend deel minder waard. Bloemie prakkizeert er niet voor de wamstukken los te verkopen. Zegt het vrouwjte: ‘Nou dan neem ik ook géén vis.’ Ze doet tien stappen opzij, zodat ze voor de stal van Brutale Koba staat. ‘Koba, heb jij leng?’ ‘Ik verkoop niet aan een kaksougerte’ (= verbastering van ‘lorrige koopster’).
Zegt het vrouwtje: ‘Je bent aardig adrem,’ Zegt Brutale Koba: ‘Als ik a trem (een tram) bent, bent U een vuilniskar.’

Uit: Meyer Sluyser - Voordat ik het vergeet. Uitgave Het Parool (1e druk 1957), N.V. De Nieuwe Pers, blz. 75-76

Reacties