De kruidenierszaak van moeder Thijssen
Jongensdagen achter de toonbank
Van 1891 tot 1898 had Alida Thijssen-Fieggen, weduwe van schoenmaker Sam Thijssen, hier haar kruidenierswinkel ‘met brooddepot’. Zij was de moeder van de latere schrijver-onderwijzer Theo Thijssen en vijf jongere kinderen. Dit huis en het buurtje eromheen, aan de rand van de Jordaan, is het herkenbare decor van Thijssens jeugdroman 'Jongensdagen'.
-
Lastige klant - Jongensdagen -
Uit eigen ervaring beschreef Theo Thijssen in zijn jeugdroman 'Jongensdagen' (1909) dat het voor een kind achter de toonbank soms knap lastig was om rustig te bkijven bij zeurende en sarrende klanten. De tekening is van de later beroemde kunstschilder Jan Sluijters,
Van 1891 tot 1898 had Alida Thijssen-Fieggen, weduwe van schoenmaker Sam Thijssen, hier haar kruidenierswinkel ‘met brooddepot’. Zij was de moeder van de latere schrijver-onderwijzer Theo Thijssen en vijf jongere kinderen. Dit huis en het buurtje eromheen, aan de rand van de Jordaan, is het herkenbare decor van Thijssens jeugdroman 'Jongensdagen'. En hij schreef uitvoerig over deze winkel in zijn echte jeugdherinneringen: 'In de ochtend van het leven'.
“Februari 1891. We wonen op de Brouwersgracht, vlakbij de Prinsengracht. Moeder heeft een kruidenierszaakje overgenomen van een juffrouw die trouwen ging en d'r winkel niet meer nodig had. Voor honderd gulden, plus vijftig gulden voor de aanwezige waren, heeft moeder me verteld, mij als oudste, en vertrouwend dat ik het niemand aan z'n neus zal hangen.”
(Theo Thijssen, 'In de ochtend van het leven')
Voor en na schooltijd bracht Theo Thijssen als oudste zoon boodschappen weg of stond hij achter de toonbank. Soms konden arrogante klanten de jonge tiener tot wanhoop brengen, zoals Thijssen later beschreef in ' Jongensdagen' (1909). De illustratie is van Jan Sluijters.
Reacties