
Geschiedenis bij een kopje çay - Turks voor thee
In gesprek met Mustafa en de koffiehuisbezoekers over geschiedenis
Voor de groeikast van de tentoonstelling in de Javastraat zijn met goud versierde glaasjes gekocht bij Impex, op nummer 42-44 in de Javastraat. Op de glaasjes staat de gekalligrafeerde naam van Fatih Sultan Mehmet II (1432-1481), stichter van het Osmaanse rijk. Portretten van Atatürk zijn bij Impex niet te koop, wel hangt er een poster met een kaart van het Osmaanse Rijk en de portretten van alle sultans. De eigenaar van de winkel heeft de kaart opgehangen omdat het Turkse (Osmaanse) Rijk toen veel groter en machtiger was dan nu. Naar aanleiding van de glazen raken Frederieke Jacobs en Annemarie de Wildt in gesprek met koffiehuis-eigenaar Mustafa en andere bezoekers van het koffiehuis. Het wordt een gesprek over Arabische en Turkse geschiedenis, waarbij historische (on)juistheden en grappen over en weer elkaar afwisselen.
-
Mustafa van Koffiehuis Cinar Kardesler -
Mustafa spreekt over de voor Turkse begrippen grote theeglazen, die Annemarie de Wildt kocht bij Impex.
In Mustafa’s koffiehuis, waar de expositie Buurtwinkels te gast is, hangt een grote Turkse vlag met daarop een portret van Atatürk. Mustafa Kemal Atatürk (1881-1938) was de grondlegger en eerste president van de republiek Turkije. In Turkije is zijn portret alomtegenwoordig, in openbare gebouwen, in winkels en cafés en soms in huis. Ook in de Turkse winkels in de Javastraat hangen portretten van Atatürk. Een ander politiek symbool dat Turken soms in huis hebben zijn wandversieringen of glaasjes met de gekalligrafeerde naam van Fatih Sultan Mehmet II (1432-1481), stichter van het Osmaanse rijk.
Derde berg links
De meeste vaste bezoekers van het koffiehuis zijn Turkse mannen, maar er komen ook enkele Marokkaanse bezoekers over de vloer. We vragen Mimoun Boukhaizzou of hij de Arabische teksten op het glaasje kan ontcijferen. Hij blijkt Berber. ‘Dus je bent geen Marokkaan?’ vraag Mustafa. ‘Jawel’, zegt hij. ‘Ik ben Berber én Marokaan’. Minoun heeft ook een Nederlands paspoort. ‘Hoe meer paspoorten hoe beter’, roept hij.
We vragen hem of hij ook een gebedsklok heeft, zoals die in de groeikast, die vijf keer per dag oproept tot gebed in de richting van Mekka. Mimoun heeft een gebedsklok in de vorm van een polshorloge. Zijn moeder bracht die voor hem mee na haar hadji (bedevaart) naar Mekka. ‘Je weet hoe moeders zijn’ zegt hij. Mimoun is wel gelovig maar doet er vrij weinig mee, bekent hij. ‘Pieppieppieppieppiep, bidden, bidden, bidden’, doet hij het horloge na, maar hij voelt zich dan niet geroepen om naar de moskee te gaan.
Volgens Mustafa zijn er niet veel Turken die glaasjes met Sultan Mehmet II gebruiken. Of dat nu is omdat ze eigenlijk meer de maat hebben van Marokkaanse theeglazen of omdat er weinig bewonderaars van Mehmet II onder zijn kennissen zijn is niet helemaal duidelijk. Als Mustafa zegt dat zulke gouden kopjes alleen door Marokkanen uit de bergen, Berbers zoals Mimoun, gebruikt worden, kaatst Mimoun de bal terug. ‘Derde berg links’, dan kom je bij mijn geboorteplaats uit, lacht hij. Mimoun is in 1966 geboren in Nador, in het Rifgebergte in Noord-Marokko.
Slaven en goud
Daarna volgt een discussie over Turkse en Marokkaanse geschiedenis. Mustafa stelt dat Mekka eigenlijk aan de Turken toebehoort: de Osmanen hebben 600 jaar het gebied overheerst. Mimoun is verontwaardigd: Mekka en Saoudi-Arabië worden altijd door de Turken ‘gestolen’. Ook het zwaard van Allah behoort de Turken misschien wel toe, kaatst Mustafa terug. Mimoun grapt dat dat niet waar is, dat zwaard hadden de Marokkanen nodig voor het slachten van hun geiten.
We krijgen het ook over zwarte bladzijden uit de Nederlandse geschiedenis: de slavenhandel die opkwam in de 16e en 17e eeuw. Daar weten Mustafa en Mimoun wel het een en ander van. ‘Jij hebt geschiedenis gestudeerd,’zegt Mustafa tegen Annemarie. ‘jij weet wie de eerste slavenhandelaren waren. Dat waren de Nederlanders. Dat heb ik van een Hollandse man geleerd.’ Mimoun is er van overtuigd dat ‘die jongens’ op de schepen uit Nederlands-Indië ook slaven en zilver en goud verscheepten, maar Mustafa verbetert hem en zegt dat het vooral specerijen waren die naar Nederland verscheept werden. ‘Peper was bijna net zo kostbaar als goud’, zegt Annemarie. We openen de collectie online van het Amsterdam Museum. Minoun kijkt naar het schilderij van de terugkeer van schepen uit Bantam uit 1599. ‘Die mensen liegen, er zaten ook slaven in die schepen’, houdt hij vol. We vragen Mustafa naar zwarte bladzijden in de Turkse geschiedenis. Op school ging het daar nooit over, ontwijkt hij de vraag. Alleen de glorieuze perioden uit de geschiedenis werden behandeld.
Atatürk
Steeds meer mannen sluiten zich aan bij het gesprek. Heeft Fatih Sultan Mehmet II een bijzondere betekenis voor hen, net als voor de eigenaar van de zaak waar we ze gekocht hebben? Een Turkse man vertelt dat het voor hem belangrijker is dat het Ottomaanse rijk in de tijd van Mehmet II een groot en tolerant land was. Grieken, Koerden, Turken en vele anderen leefden vreedzaam naast elkaar, en dat vind hij belangrijker dat de veroveringen van de sultan.
Via Fatih Sultan Mehmet II gaan we over op Atatürk, ook wel de grondlegger van het moderne Turkije. Wat betekent Atatürk voor hen? Een bezoeker reageert aarzelend, ‘ je kan toch alles over Atatürk vinden op internet’. Als we zeggen dat we graag van hem horen wat hij voor hem betekent, begint hij gepassioneerd te vertellen. ‘Atatürk was de grootste pasha, generaal, die Turkije ooit gekend heeft. Hij maakte Turkije van een ‘kolonie van Europa’ tot een onafhankelijke, moderne staat. En Atatürk had gevoel voor stijl’, zegt hij wijzend op de foto van de elegant en westers geklede familie Bulut die in de locatie Oost hangt. 'Hij ging modern gekleed en heeft de Turkse mode veranderd.' Vervolgens worden er weer veel grappen gemaakt over het petje dat de man draagt.
Geschiedenis blijft een boeiend onderwerp en kan ook in het theehuis van Mustafa tot verhitte discussies leiden. Het is wel belangrijk om de geschiedenis van je land te kennen, volgens Mimoun. Hoewel het gezegde luidt ‘Je moet ouwe koeien nooit uit de sloot halen’, denkt Mimoun dat dat juist wel moet: ‘anders wordt het nooit schoon’. En misschien moeten we ons vaker afvragen hoe die koeien in die sloot terecht zijn komen.
Reacties (1)
Reacties (1)
Mimoun
Die mimoun, is dat een rijschoolhouder met vele nicknamen? Zoals Ayoub Ibn Mustafa? dan weet ik genoeg.