Wie kent de familie Bulut?
Tentoonstelling Javastraat
Op een bovenwoning in de Atjehstraat in Amsterdam Oost woonde in 1953 een Turks gezin: vader Mehmet Ali Bulut , moeder Hafiza, zoon Zafer (9 jaar), dochter Serpil (5 jaar) en zoon Meteh, ook 5 jaar volgens het artikel in de Trouw van 20 juni 1953. De prachtige foto die Ben van Meerendonk maakte van het elegant geklede gezin domineert de presentatie van het Amsterdam Museum in de Javastraat. De mannen die het koffiehuis bezoeken vragen vaak of dit Turkse gastarbeiders zijn. De grote groep Turkse gastarbeiders kwam pas later, en in eerste instantie zonder vrouw en kinderen.
-
De familie Bulut. Foto. Ben van Meerendonk / AHF, collectie IISG, Amsterdam -
Turks gezin Bulut in Amsterdam, wandelend in de Eerste Atjehstraat, juni 1953. Mehmet Ali Bulut (31 jaar) is door het Turkse ministerie van Onderwijs naar Nederland gezonden om hier het buitengewoon onderwijs en de kinderbescherming te bestuderen.
De familie Bulut
Mehmet Ali Bulut was naar Nederland gezonden om hier, nadat hij een cursus Nederlands gedaan had, onderzoek te doen naar de kinderbescherming en zorg voor wezen. In Keban in de provincie Elazig werkte hij als schoolhoofd. De kinderen Bulut gingen naar school in de Indische buurt en leerden al snel een beetje Nederlands.
Zafer tolkte voor zijn moeder bij het doen van boodschappen bij bakker Steenstra en melkhandel Edel. Dochter Serpil, in Trouw een ´klein Oosters prinsesje´ genoemd, ontlokt een vertederde glimlach aan de buurtgenoten. De ´donkere Turkjes´ spelen met de blonde buurkinderen, en soms kibbelen ze. “De ´Turks-Nederlandse betrekkingen in de “Eerste Atjeh” zijn niet bij voortduring onberispelijk..’” meldt Trouw.
Hafida bij kruidenier Edel
Hafida sprak hier geen woord Nederlands. Ze koopt hier melk en jodenkoeken bij Edel was een ouderwetse kruidenier. Voor elke klant weegt de winkelierster de gewenste hoeveelheid af op de weegschaal.
Serpil bij de bakker
De vijfjarige dochter Serpil doet boodschappen bij bakker Steenstra op de hoek van de Celebesstraat en de Eerste Atjehstraat. Zij ging hier naar school en sprak een beetje Nederlands.
Wat is er van de familie Bulut geworden? Leven Mehmet Ali en Hafiza nog? Heeft het onderzoek in Nederland invloed gehad op de Turkse zorg voor wezen? Spreken de kinderen Zafer, Serpil en Meteh nog steeds een woordje Nederlands? Hebben hun vriendjes van de A.H. Gerhardschool en de Batjanschool nog herinneringen aan de ‘donkere Turkjes’?
Bijdragen
Reacties