Snoepen in de Czaar Peterbuurt
De draaischijf van mevrouw Tiet en andere snoepwinkeltjes
Snoepwinkeltjes waren vroeger belangrijk in het leven van een kind. Het kon zomaar zijn dat je een cent of een “hallefie” te besteden had. Als je je moeder had geholpen met het uitkloppen van de kleden of je was voor de groenteboer op pad geweest om radijs te verkopen. Als je in de Czaar Peterbuurt woonde dan ging je tussen de middag of na schooltijd naar de snoepwinkel van ‘moeder Mikie’, ‘tante Da’, ‘opa Krom’ of ‘mevrouw Tiet’.
Meestal werd het geld meteen versnoept en niet gespaard. Voor sparen hadden de meesten geen geduld. Vandaar dat de jeugd niet vaak de kans kreeg om een ijsje te kopen, want ijs – zeker roomijs - was veel duurder dan snoep. Een zogenaamde ‘spatsie’ – een plak roomijs tussen twee koekjes – kostte bijvoorbeeld meer dan vijf cent en dat was dus nogal een uitgave voor een kind dat maar één of een halve cent te besteden had.
Het snoep lag op een speciaal ingerichte tafel of onder een glasplaat van een speciale toonbank, zodat je alles goed kon zien en uitkiezen welk snoep je wilde hebben. Er moest grondig over worden nagedacht, want je wilde natuurlijk optimaal profijt hebben van je geld. Juri Jansma, die rond 1910 opgroeide in de Czaar Peterbuurt, legt in zijn levensverhaal uit hoe hij dat deed. Hij kocht tussen de middag voor een halve cent snoep en dan na schooltijd weer voor een halve cent, want ’s middags wilde hij toch ook wel weer wat te snoepen hebben. Hij ging daarvoor naar het winkeltje van ‘moeder Mikie’. Volgens Juri Jansma zat dat winkeltje op het eind van de Czaar Peterstraat. Het is niet meer na te gaan waar dat winkeltje precies heeft gezeten. Aan het eind van de Czaar Peterstraat zaten de kelderwoningen. Het is goed mogelijk dat ‘moeder Mikie’ een water- en vuurwinkeltje had met een snoeptafel.
De draaischijf van mevrouw Tiet
Op de hoek van de Blankenstraat en Cruquiusstraat , op Cruquiusstraat 10 huis, zat het snoepwinkeltje van mevrouw Put. Omdat ze nogal een grote boezem had werd ze door de jeugd “mevrouw Tiet” genoemd. Mevrouw Tiet had een draaischijf waarop allerlei soorten snoep lag: dropjes, spekjes, maar ook repen chocola. Als je een halve cent te besteden had, dan draaide ze aan de draaischijf om te kijken welk snoepje je voor die halve cent kon krijgen. Maar volgens mevrouw Kuijl was “mevrouw Tiet zo link, als de schijf bij een reep dreigde te stoppen dan hield ze de schijf tegen met haar grote tiet, zodat je altijd bij een dropje of snoepje uitkwam”
Antoinetta Jacoba Rosalia Put werd geboren op 16 april 1893. Ze zette in de jaren twintig de zaak van haar moeder, wed. A.M. Put, voort. Van het perceel Cruquiusstraat 10 huis is een woningkaart bewaard is gebleven, hierop wordt het winkeltje omschreven als “kruideniers- en suikerwerkenzaak”. Op 20 november 1930 verhuisde mevrouw Put naar de Cruquiusstraat 6 hs en I hoog. Daar zat op dat moment de kapperszaak van Hendrik Brand. De gezinskaart van Hendrik Brand geeft aan dat hij met haar is getrouwd; de trouwdatum is helaas niet goed leesbaar. Het echtpaar Brand-Put vertrok in 1932 naar Hilversum. De winkel werd voortgezet door Wilhelm G. Ohm die zijn levensmiddelenzaak tot 1941 voortzette. Het echtpaar Ohm emigreerde na de tweede wereldoorlog naar Australië. Na het vertrek van Ohm had het pand geen winkelfunctie meer. Het pand aan de Cruquiusstraat 10 maakte deel uit van de zogenaamde Dubbeltjespanden. Deze zijn in 2006 afgebroken, de nieuwbouw wordt op dit moment opgeleverd.
Kroningsbroodjes van tante Da
Diny Hartendorp-van Dijk, die tot 1943 in de Czaar Peterstraat woonde, kocht haar snoepgoed bij ‘Tante Da’. Tante Da’s winkel zat in het begin van de Czaar Peterstraat aan de kant van de even nummers, maar ze weet niet meer precies op welk nummer. Favoriet waren de zogenaamde ‘kroningsbroodjes’, vierkante oranje snoepjes van een kokos-suikermengsel, vergelijkbaar met Engelse drop. Daarnaast waren toverballen en drop gewenst snoepgoed. “Ik zie het zo voor me! Je kon door het glas je keus maken uit de heerlijkheden, eenmaal besloten deed Tante Da de glazen deksel omhoog en kocht je ‘van het blad’.”
Ontploffingsgevaar bij opa Krom
Dan was er in de Blankenstraat nog het winkeltje van opa Krom, het is helaas niet meer na te gaan op welk nummer dat moet hebben gezeten. Opa Krom verkocht brandstof en snoep, dat op zwarte schoteltjes lag uitgestald. Daarnaast verkocht hij ook waterijs dat door zijn zoon werd gemaakt. Dat moest je heel snel opeten anders liep het water door je handen.
De snoepwinkeltjes waren ook wel het mikpunt van pesterijen. Zo verzamelde een groep meisjes eens een doos met paardenvijgen en liepen hiermee naar het winkeltje van mevrouw Put. Ze overhandigden haar de doos met de woorden: “Alstublieft mevrouw Put, een doos gebak”. Opa Krom verkocht ook vuurwerk dat achterin de winkel in een kist stond opgeslagen. Eens gooiden kwajongens een lucifer in die kist waardoor al het vuurwerk in de winkel ontplofte. Hoe dat vervolgens is afgelopen vertellen de geïnterviewde buurtbewoners helaas niet.
De informatie over deze winkeltjes is deels afkomstig van Wim de Haan (1876-1979). Wim was een bewoner van de Czaar Peterbuurt en heeft in de jaren zestig en zeventig bewoners en ex-bewoners van de Czaar Peterbuurt geïnterviewd over hun jeugd om ervoor te zorgen dat de herinnering aan de buurt levend bleef. Het is niet altijd duidelijk over welke periode deze buurtbewoners spreken en sommige aantekeningen zijn erg summier. De aantekeningen en uitgewerkte interviews zijn bewaard gebleven in het Kees Spitsarchief dat zich in het Stadsarchief van Amsterdam (inv.no. 1535) bevindt. Ook het levensverhaal van Juri Jansma (1905-1984) bevindt zich in het Kees Spitsarchief. Diny Hartendorp-van Dijk (geb. 1934) heeft als kind in de Czaar Peterbuurt gewoond bij haar grootouders die een papiergrossierderij hadden.
-
Kinderen voor de snoepwinkel van de gezusters van Pinxteren in de Czaar Peterstraat -
Deze snoepwinkel zat tot 1928 op Czaar Peterstraat 149. De winkel werd in 1930 overgenomen door het echtpaar Breen die er een kruidenierszaak van maakten. De foto is waarschijnlijk rond 1920 genomen
Bijdragen
Reacties